Voorbereiden projectlocatie

Status: 
Overeenstemming tussen werknemers en werkgevers
Soort activiteit: 
Nieuwbouw
Nieuwbouw fase: 
Voorbereiding
Beschrijving: 

1. Begaanbaarheid bouwterrein

Als vuistregels voor alle werkzaamheden op de bouwplaats geldt ten eerste: maak vooraf goede afspraken over maatregelen om (water)overlast op het terrein te voorkomen. Niet alleen borg je zo de veiligheid van de medewerkers, maar het is ook de beste manier voor alle betrokken partijen om tijdverlies en extra kosten voor te blijven.

 

Een tweede vuistregel: zorg dat het bouwterrein goed begaanbaar is voor personen en machines. Dit komt de productiviteit én de veiligheid ten goede, want:

  • Het voorkomt vallen (uitglijden en struikelen) en vermindert de kans op klachten aan de nek, rug en benen van de medewerkers.
  • Machines leveren minder gevaarlijke situaties op en de kosten aan onderhoud en reparatie van voertuigen worden teruggedrongen.
  • De kwaliteit van het werk neemt toe, terwijl de kans op beschadiging van bouwmaterieel afneemt.

 

2. Bouwkeet en toiletten

Op het bouwterrein moet vanaf de start van het project toilet-, omkleed-, opslag-, eet- en rustruimten aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor elektrische voeding, brandstof en een watertappunt.

De eet- en rustruimte moet geplaatst zijn op of vlakbij het project. In de ruimte mag geen hinder zijn van stof, vuil, stank lawaai of hoge temperatuur. In de eetruimte moeten voldoende tafels, stoelen voor ieder, verlichting, verwarming en ventilatie aanwezig zijn. Roken is niet toegestaan.

De kleedruimte moet voorzien zijn van voldoende plaatsen om natte werkkleding te drogen en op te hangen.

In de buurt van de werkzaamheden moeten toiletten worden geplaatst. Hierbij wordt uitgegaan van 1  toilet per 15 medewerkers. Voor vrouwen werkzaam op de bouwplaats moet een apart toilet geplaatst worden. Bij de toiletruimte dient een wasbak met stromend water te zijn.

Alle ruimtes dienen “zindelijk en ordelijk” te worden gehouden. Zorg voor voldoende afvalbakken om afval in weg te gooien.

 

3. Inrichten laad- en losplaats

De laad- en losplaats van het project moet goed bereikbaar zijn voor het externe en interne verkeer. Goede aansluitingen naar de weg en naar de kas moeten daarom zijn opgenomen in het V&G-plan.

Om het aangevoerde materiaal veilig te lossen moet de losplaats vlak en verhard zijn. Verharding kan bestaan uit:

  • Stelconplaten
  • Rijplaten
  • Repac

Bij laden en lossen van vrachtauto’s treden de volgende risico’s op:

  • Kantelen of bezwijken van de (autolaad)kraan
  • Vallen van de last
  • Raken van obstakel
  • Klemmen of knellen

Om de bovenstaande risico’s te verkleinen, zijn de volgende  beheersmaatregelen verplicht:

  • Stel een hijsplan op voor het hijsen van grote lasten zoals warmteopslagtanks.
  • Zorg dat voertuigen stabiel zijn opgesteld.
  • Werk alleen met kranen en hijsgereedschap die goedgekeurd en in goede staat zijn.
  • Laat de kraan alleen bedienen door gediplomeerde personen.
  • Zet de laad- en losplaats af; er mag nooit over personen heen worden gehesen.
  • Zorg dat geen materiaal op de losplaats blijft liggen; laat de laad- en losplaats regelmatig schoonmaken.
  • Zorg dat alle aanwezigen bij het hijsen en heffen van lasten veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen dragen, en een veiligheidshelm.

 

4. Inrichten materiaalopslag

De afmetingen van de materiaalopslag moeten worden afgestemd op omvang en verloop van het project. Neem in de bouwplanning op welk materiaal wanneer wordt afgeleverd en zorg voor voldoende ruimte voor alle partijen op de bouwplaats. De V&G-coördinator coördineert en bewaakt de verschillende planningen.

Sla materialen op nabij de werkplek, op een vlakke, verharde of verhoogde ondergrond. Of gebruik zeecontainers. Sla het materiaal zo op dat het niet nat of vies wordt en makkelijk is op te tillen met hef- of hijsmiddelen. Gebruik bijvoorbeeld houten balken.

 

 

5. Plaatsen hekwerken

Het bouwterrein moet afgesloten kunnen worden voor toegang door onbevoegden. In veel gevallen zal de projectlocatie begrensd worden door water of aangrenzende opstallen, maar het gedeelte van waaruit onbevoegden de projectlocatie kunnen betreden, zal afgesloten moeten worden middels hekwerken. De verantwoordelijke op de bouwplaats, draagt er zorg voor dat het hekwerk gesloten wordt als er geen werkzaamheden worden uitgevoerd.

 

6. Realiseren en onderhouden transportroutes

Op de bouwplaats transporteren manitou’s, shovels en tractors het materiaal van de laad- en losplaats naar de diverse montageploegen. Onderstaande maatregelen zijn verplicht om dit veilig te laten verlopen:

  • Zorg bij een zachte bodem voor een verharde transportroute.
  • Leg aparte looppaden aan bij de transportroutes.
  • Alleen werknemers die geïnstrueerd zijn voor het werken met de voertuigen en bekend zijn met de bedieningsvoorschriften mogen deze bedienen.
  • Maximale snelheid van 15km/u op het bouwterrein.
  • Laat geen mensen op de voertuigen meerijden als hiervoor geen speciaal ingerichte veilige plaats aanwezig is. Onder een veilige plaats wordt hierbij verstaan een zitplaats binnen de beschermende constructie van het voertuig, de zitplaats bevindt zich in een cabine of is voorzien van een veiligheidsgordel.
  • Zie erop toe dat transportmiddelen goed worden beladen om vallende lading te voorkomen.
  • Laat heftruckbestuurders altijd met de vorken omlaag rijden, met een lege pallet op de vorken bij onbeladen ritten.
  • Zorg dat de maximale belasting van het voertuig niet wordt overschreden.
  • Wanneer er gereden wordt met machines, draagt iedereen op de bouwplaats signaalkleding (bij voorkeur oranje).

7. Aanleg bouwstroom

De projectlocatie moet voorzien worden van een bouwstroomaansluiting. Deze wordt aangesloten door de netbeheerder. Vanaf de bouwstroomaansluiting wordt de elektriciteit verdeeld over de projectlocatie. Zorg er hierbij voor dat:

  • Kabels en leidingen zodanig worden gelegd dat struikelgevaar voorkomen wordt.
  • Kabels en leidingen worden beschermd tegen (inwendige) beschadiging door voertuigen en machines.
  • Aansluitingen worden beschermd tegen water / vocht, gebruik bij voorkeur zogenaamde paddestoelen op de projectlocatie.

 

De volgende werkvoorschriften zijn van toepassing