Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:
Gevaren moeten altijd bij de bron worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.
Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met moet altijd worden voldaan.
- Voorkomen van dode stukken in leidingen.
- Voorkomen ontstaan van waternevel.
- Toepassen van keerkleppen.
- Droogzetten van leidingen die alleen in geval van nood gebruikt moeten worden.
- Afsluiten leidingdelen die niet gebruikt worden.
- Biofilters installeren in leidingsystemen.
- Opstellen en naleven van een legionellabeheersplan.
- Leidingen regelmatig doorspoelen.
Iedere werknemer die wordt of kan worden blootgesteld aan legionella wordt in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan:
- Wanneer een infectie of ziekte is opgelopen.
- Bij dezelfde blootstelling aan legionella waarbij een collega is ziek geworden.
- Bij goed onderhoud en voldoende preventieve maatregelen zijn persoonlijke beschermingsmiddelen in principe niet noodzakelijk.
Maar kan dat dor de opdrachtgever niet voldoende aangetoond worden, dient gebruik gemaakte worden van:
- Adembescherming in de vorm van filtermaskers klasse FFP3
De werkgever geeft voorlichting over:
- De mogelijke gevaren voor de gezondheid die zijn verbonden aan het werken met legionella.
- De te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen.
- De te nemen actie in geval zich een ongeval voordoet met legionella.
- De bestaande hygiënische voorschriften.
- Het dragen en gebruiken van werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.