Letsel knellen of pletten

Status: 
Overeenstemming tussen werknemers en werkgevers

In de kassenbouw en kasinstallatietechniek is er gevaar op knellen of pletten van ledematen of lichaam, zoals bij:

  • Automatisch bewegende machines
  • Tijdens laad en los werkzaamheden
  • Tijdens werkzaamheden met hijs en hefmiddelen
  • Door het omvallen van materialen
  • Bij het losknippen van pijpenbundels
  • Bij het werken op hoogte tussen het middel om op hoogte te werken en constructies of apparatuur
  • Tussen de schaar (mechanisme) van hoogwerkers en buisrailwagens en hefpatforms wanneer deze naar beneden gaan.

 

Op machines waar knel- of pletgevaar is, is het volgende bord aanwezig:

ISO 7010-W024 Waarschuwing: Pletten van handen

 

In omgevingen waar pletgevaar aanwezig is, is het volgende bord geplaatst:

ISO 7010-W019 Waarschuwing: Pletten

 

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Zorg voor een overzichtelijke werkplek.
  • Nooit tussen/onder bewegende voorwerpen staan.

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Zorg voor afscherming van bewegende voorwerpen.
  • Zorg voor het stabiel opslaan van materialen, stel zeker dat deze niet om kunnen vallen eventueel door het gebruik van stutten of steunen.
  • Zorg dat machines voorzien zijn van sensoren / lichtschermen die aanwezigheid detecteren en vervolgens uitschakelen.
  • Zorg dat machines voorzien zijn van een goed bereikbare noodstop om deze in geval van nood uit te kunnen schakelen. 
  • Schakel in overleg met de opdrachtgever automatisch bewegende machines uit en stel deze veilig middels LoToTo.
  • Zorg dat de schaar van hoogwerkers, buisrailwagens en hefplatforms is afgeschermd of voorzien van beveiliging.
  • Periodieke keuring en onderhoud van machines in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant. 
  • Zorg voor een voldoende verlichte werkplek. 

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 

Bij werken op hoogte met hoogwerkers, (inclusief buisrailwagens en monorailwagens):

  • De bediener is verantwoordelijk om er voor te zorgen dat bij het omhoog gaan of verplaatsen, er niemand bekneld kan raken tussen de hoogwerker en delen van de constructie of installatie.
  • Laat je niet afleiden door collega’s wanneer je de hoogwerker bediend. Mocht je tussendoor wat gevraagd worden, stop dan de beweging van de hoogwerker.
  • Laat geen personen onnodig meerijden op de hoogwerker.
  • Bij het verplaatsen van de hoogwerker, breng deze terug in de neutraalstand en stel zeker dat er voldoende ruimte is om obstakels veilig te kunnen passeren.

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 
  • Werkhandschoenen
  • Veiligheidsschoenen (S3)

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • De gevaren knel en pletgevaar in verschillende situaties
  • Beheersmaatregelen om knel en pletgevaar te voorkomen.

 

De bediener van een hoogwerker (inclusief buisrailwagens en monorailwagens) beschikt over aantoonbare deskundigheid en praktijktraining.

 

Onderhoud aan machines wordt uitgevoerd door deskundige medewerkers.