Elektrocutiegevaar bij kortsluiting in elektrisch gereedschap

Status: 
Overeenstemming tussen werknemers en werkgevers

Kortsluiting kan ontstaan in de elektrische installatie, verlengsnoeren, kabels en gereedschappen. Om dit te voorkomen moeten de volgende maatregelen worden genomen:

  • Gebruik nooit gereedschappen/ machines waarbij zichtbare schade/ draadbreuk is. Meld dit direct aan je leidinggevende.
  • Gebruik enkel goedgekeurd materiaal, welke periodiek conform NEN 3140 wordt gecontroleerd.
  • Werk nooit zelf aan de elektrische installatie van machines/gereedschappen/ installatie, laat dit doen door een voldoende deskundig en hiertoe bevoegd persoon.

 

Gevolgen van kortsluiting kunnen zijn:

  • Elektrocutie.
  • Brand.

 

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Werk met veilige spanning max 120 V gelijkspanning of 50 V wisselspanning.

of

  • Werk met een scheidingstransformator.

of beter

  • Werk met accugereedschap.

 

In besloten ruimten en vochtige omgevingen moeten bovenstaande maatregelen altijd toegepast worden.

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Sluit elektrisch materieel aan op een verdeelkast met aardlekschakelaars.
  • Gebruik aardlekschakelaar, dubbel geïsoleerd gereedschap.
  • Periodieke keuring van elektrotechnisch materieel en gereedschappen conform NEN 3140. 
  • Bescherm kabels over looppaden en rijbanen tegen beschadiging, door middel van een drempel.

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 
  • Controleer de gereedschappen voor gebruik op beschadigingen.
  • Melden van beschadigingen aan apparatuur.
  • Leg geen haspels en verdeeldozen in het water of de regen.

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 
  • Voer zelf geen reparatiewerkzaamheden uit aan defect gereedschap en kabels.

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • De gevaren van kortsluiting en elektrocutie.
  • Beheersmaatregelen om kortsluiting en elektrocutie te voorkomen.