Arbobesluit Artikel 3.28 Stabiliteit en stevigheid

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Ontwerp een constructie overeenkomstig NEN-EN 1993-1 Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies
  • Ontwerp tuinbouwkassen overenkomstig NEN-EN 13031-1 Tuinbouwkassen: Ontwerp en constructie -Deel 1: Tuinbouwkassen voor de beroepsmatigeproductie van planten en gewassen
  • Bouw een constructie conform EN 1090 Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Gebruik hijsmiddelen om de constructiedelen te positioneren en maak deze pas los op het moment dat de stabiel verbonden is aan andere delen, waarmee instorten voorkomen wordt.
  • Werk met gekeurde kranen en hijsmiddelen. 

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 
  • Maak een hijsplan voor het stabiel opstellen van de hijskranen en veilig uitvoeren van de hijswerkzaamheden.
  • Volg bij het plaatsen de aanwijzingen in de montagehandleiding van de fabrikant/constructeur.
  • Zet het werkgebied af en zorg dat alleen die werknemers aanwezig zijn, die direct betrokken zijn bij de montage van de constructie. 

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 

Bij het monteren van een constructie dienen de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt te worden:

  • Veiligheidshelm
  • Veiligheidsschoenen (S3)
  • Werkhandschoenen

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • De gevaren van instorten constructies.
  • Beheersmaatregelen om instorten van constructies te voorkomen.

 

De vakkennis van de bediener van hijswerktuigen kan worden aangetoond middels de volgende documenten:

  • Deskundigheidsbewijs (hijsbewijs), verplicht voor torenkranen, mobiele kranen en heistellingen met een lastmoment gelijk of groter dan 10 tonmeter).
  • Registratieboekje (waarin is opgenomen hoelang de bediener werkt en met welke soorten hijswerktuigen hij/zij ervaring heeft).

 

Abonneren op RSS - Arbobesluit Artikel 3.28 Stabiliteit en stevigheid