Arbobesluit Artikel 3.11 Vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Maak op en afstappen niet hoger dan 35 a 40 cm.
  • Zorg voor een vaste stabiele ondergrond om over te lopen. 

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Breng veilige looproutes aan.
  • Wanneer de op- afstap hoger is dan > 40 cm, breng een stabiele tussentree aan.

Zet hogere hoogteverschillen die niet bedoeld zijn als op- en afstappen af:

  • Op 2 meter van de rand een fysieke afzetting, bijvoorbeeld door paaltjes met een ketting of linten. 

of

  • Er moet randbeveiliging/ een leuning van tenminste 1 meter hoogworden geplaatst als er kans is op valgevaar. 

 

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 
  • (hoge) Veiligheidsschoenen (S3)

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • Gevaar van verstappen.
  • Beheersmaatregelen om verstappen te voorkomen.

 

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Voorkom dat vloeren nat worden.

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Breng veilige looproutes aan.
  • Zorg voor stroeve vloeren, voorzie deze zo mogelijk van een antislip laag / coating. 

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 
  • Goed housekeeping: schoon en droog houden van terrein en vloeren.
  • Stem werkzaamheden af met de opdrachtgever, zodat niet onnodig op gladde vloeren gewerkt behoeft te worden.

 

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 
  • Voorkom lopen over gladde oppervlakken.
  • Niet rennen op gladde oppervlakken.
  • Veiligheidsschoenen met antislipzool (S3).

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • De gevaren van uitglijden.
  • Beheersmaatregelen om uitglijden te voorkomen.

 

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 
  • Voorkom randen,  drempels en ongelijke oppervlakken.
  • Zorg voor "good housekeeping".
  • Leg geen kabels en leidingen over looppaden.
  • Egaliseer regelmatig de looppaden op het werkterrein, met name nadat deze zijn beschadigd door graven en zware voertuigen.

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Breng veilige looproutes aan.
  • Leg drempels over kabels en leidingen die het looppad kruisen.
  • Hang kabels op hoogte (en wel zo hoog dat deze niet geraakt kunnen worden door (transport) voertuigen, hoogwerkers en dergelijke)

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 

Breng signalering aan op drempels waar kans bestaat op struikelgevaar bijvoorbeeld zwart/geel of rood/wit. 

 

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 
  • Veiligheidsschoenen (S3)

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever informeert de werknemers over:

  • Struikelgevaar.
  • Beheersmaatregelen om struikelgevaar te voorkomen.

 

Abonneren op RSS - Arbobesluit Artikel 3.11 Vloeren, muren en plafonds van arbeidsplaatsen