Arbobesluit Artikel 1.1 Definities

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:

Gevaren moeten altijd bij de bron  worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met    moet altijd worden voldaan.

 

Niveau 1 Bronmaatregelen: 

Als sprake is van ongunstige werkhoudingen, kijk dan of een machine het werk kan doen of dat de werksituatie zo kan worden verbeterd dat ongunstige werkhoudingen worden voorkomen. Bijvoorbeeld:

  • Inzet van heftafels of materiaalkarren, zodat op goede werkhoogte gewerkt kan worden.
  • Een manipulator (met klem of zuignap) gebruiken om de materialen in elke gewenste positie en hoogte te plaatsen, waardoor de werknemers geen belastende werkhoudingen hoeft aan te nemen.
  • Materialen, middelen en gereedschappen binnen reikafstand beschikbaar hebben.

 

Niveau 2 Technische maatregelen: 
  • Inzet van werkplatforms, zodat de werkzaamheden vanaf een ingerichte werkplek op hoogte plaats kunnen vinden.
  • Inzet van heftafels of materiaalkarren, zodat op goede werkhoogte gewerkt kan worden.
  • Een manipulator (met klem of zuignap) gebruiken om de materialen in elke gewenste positie en hoogte te plaatsen, waardoor de werknemers geen belastende werkhoudingen hoeft aan te nemen.
  • Materialen, middelen en gereedschappen binnen reikafstand beschikbaar hebben.

 

Niveau 3 Organisatorische maatregelen: 

Organisatorische aanpassing van het werk kan leiden tot verschillende soorten taken met verschillende werkhoudingen (afwisseling tussen zitten, staan en lopen). Bijvoorbeeld:

  • Als het werk uit weinig verschillende maar wel zware taken bestaat, breid dan het takenpakket uit of rouleer taken met taken van andere, lichtere functies. Spreid zwaar werk over meerdere werknemers.
  • Organiseer het werk zo dat regelmatig van houding wisselen, zelf het tempo bepalen en het inpassen van bij voorkeur veel relatief korte pauzes mogelijk is. Veel, korte pauzes zijn effectiever dan enkele lange.

 

Niveau 4 Individuele maatregelen en PBM: 

Een goede werktechniek en slim werken kan bijdragen aan het verminderen van de belasting door werkhoudingen, denk hierbij aan:

  • Hanteer een ontspannen werkwijze.
  • Voorkom draaien van de rug.
  • Stel de werkplek goed in.
  • Wissel zwaar werk af met minder belastende werkzaamheden.
  • Wissel een verschillende werkhoudingen (staan en zitten) af met meer bijvoorbeeld lopen,
  • Houd de rug zoveel mogelijk recht.
  • Houd de objecten waaraan gewerkt wordt, dichtbij en recht voor het lichaam.

 

PBM kunnen een bijdrage leveren aan de beperking van fysieke belasting:

  • Goede werkschoenen met stroeve zool.
  • Het gebruik van kniebeschermers bij het werken op de knieën.

 

Verplichte opleiding en instructie: 

De werkgever geeft voorlichting over de juiste werkhouding bij de uitvoering van verschillende soorten werkzaamheden.

 

Abonneren op RSS - Arbobesluit Artikel 1.1 Definities