Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden kan men onbedoeld met ledematen langs voorwerpen schuren, waarbij dit kan leiden tot schaafwonden.
Ook bestaat de kans om bij het gebruik van schuur en slijpmachines in aanrijking te komen met bewegende delen.
Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:
Gevaren moeten altijd bij de bron worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.
Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met moet altijd worden voldaan.
- Voorkom dat op locatie nog schuur of slijpwerkzaamheden plaats moeten vinden door aanleveren van materialen die al voorbewerkt zijn.
- Toepassen van afscherming op machines.
- Gebruik bij voorkeur machines die voorzien zijn van een dodemansknop (deze stopt bij loslaten).
- Periodieke keuring en onderhoud van machines in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant.
- Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek.
- Stel zeker dat de machine uitgedraaid is alvorens deze weg te leggen.
Gebruik op plaatsen waar kans is op schuren en schaven:
- Werkkleding
- Schuurbestendige Werkhandschoenen conform EN 388, naarmate een handschoen hoger scoort op het gebied van schuurvastheid, biedt deze meer bescherming.
De werkgever informeert de werknemers over:
- De gevaren van schuren en schaven en de oorzaken daarvan.
- Beheersmaatregelen om verwondingen door schuren en schaven te voorkomen.
- Instructie over het gebruik van schuur en slijpmachines.