Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:
Gevaren moeten altijd bij de bron worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.
Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met moet altijd worden voldaan.
- Gebruik maken van CE-gemakeerde middelen, in een goede staat en gekeurd en onderhouden.
- Het maximaal vrijdraaiend toerental in combinatie met de maximaal toelaatbare werkdruk is aangegeven op de middelen met een roterende beweging.
- Zorg dat de aandrijving met perslucht goed is aangesloten op het middel en geborgd is tegen losschieten.
- Periodieke keuring en onderhoud van machines in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant.
- Inspecteer de machine voor gebruik, repareer lekkende koppelingen en beschadigde slangen.
- Werkzaamheden regelmatig afwisselen met werkzaamheden waarbij geen trillingen vrij komen
- Gehoorbescherming
- (Trillingsdempende) handschoenen dragen (afhankelijk van duur werkzaamheden)
De werkgever informeert de werknemers over:
- De gevaren van het werken met pneumatisch gereedschap.
- Beheersmaatregelen om letsel of gehoorschade te voorkomen.