In de kassenbouw en kasinstallatietechniek, worden bij de aanleg van een tuinbouwcomplex veel graafwerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van:
- Fundering
- Hemelwaterafvoer
- Elektravoorzieningen
- Watergeefsystemen
- Wateropslagsystemen
- Warmte leidingen
- CO2 leidingen
Putten en sleuven kunnen niet altijd direct weer gesloten worden, deze blijven dus als gevaar aanwezig waarbij de kans bestaat dat werknemers hier invallen.
Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen:
Gevaren moeten altijd bij de bron worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.
Aan wettelijke verplichtingen aangegeven met moet altijd worden voldaan.
Wanneer putten of sleuven dieper zijn dan 2,5 meter gelden de regels bij werken op hoogte:
- Er moet op 4m afstand van de rand worden gewerkt en de 4m grens moet worden gemarkeerd
- Materiaal moet 4m van de rand worden geplaatst.
of
- Er kan tot op 2 meter van de rand gewerkt worden indien er een fysieke afzetting is geplaatst op 2 meter van de rand, bijvoorbeeld door paaltjes met een ketting of linten.
- Materiaal moet 4m van de rand worden geplaatst.
of
- Er moet randbeveiliging/ een leuning worden geplaatst met een hoogte van 1 meter en halverwege een tussenleuning
Zorg voor goede verlichting van de arbeidsplaats.
- Zorg voor scheiding van werkzaamheden, hou de graafwerkzaamheden gescheiden van de overige werkzaamheden door duidelijke afspraken en coördinatie van werkzaamheden door de hoofdaannemer.
- Draag Veiligheidsschoenen (type S3)
De werkgever informeert de werknemers over:
- De gevaren van vallen in putten en sleuven.
- Beheersmaatregelen om vallen in putten en sleuven te voorkomen.